De taal die we elke dag gebruiken is vaak schadelijk.
Maar het goede nieuws is dat we door enkele eenvoudige woorden en zinnen te vervangen heel snel positieve veranderingen kunnen teweegbrengen.
Door deze tips toe te passen merk je onmiddellijk de voordelen.
Als coach en communicatietrainer hoor ik het keer op keer: wanneer mensen deze tips gedurende een week hebben toegepast, komen ze terug met geweldige verhalen. Verhalen over hoe hun leven en hun relaties met anderen beter zijn geworden.
Waarom zou je het zelf niet eens uitproberen?
1. Gebruik ‘en’ in plaats van ‘maar’
‘Maar’ is allicht het meest beperkende woord in het Nederlands.
We gebruiken vaak ‘maar’ in de plaats van ‘en’.
Omdat het zoveel gebruikt wordt, klinkt het intussen al correct.
Helaas heeft het vaak het effect dat het een neutrale uitspraak omzet in een negatieve.
Stel dat een studente een stage mag gaan volgen in de Verenigde Staten. Bij het beslissen of ze de stage aanvaardt, zegt ze ‘Ik wil deze stage doen, maar ik ben bang om het vliegtuig te nemen.’
Deze manier van spreken komt niet overeen met de echte situatie. Deze studente wil de stage graag doen en is ook bang om te vliegen. De twee zijn niet verbonden. Door de twee waarheden te verbinden met het woord ‘maar’, gaat de studente geloven dat deze interessante opportuniteit in feite een negatieve situatie is. Het conflict dat eruit voortkomt blokkeert haar om stappen te zetten.
Het gebruik van ‘maar’ sluit af, terwijl ‘en’ de dialoog opent. Jouw brein kan beter omgaan met de twee delen van de zin. Misschien kan ze vliegangsttherapie volgen, of andere hulp inschakelen. Door ‘en’ te gebruiken in plaats van ‘maar’ vindt ze een manier om de stage toch te doen.
Hoe ga jij deze tip toepassen?
2. Zeg ‘wil’ in plaats van ‘moet’
Wanneer je zegt ‘ik moet’ dan ga je geloven dat je gedwongen wordt in plaats van dat je de situatie kiest. En meestal kies je wel degelijk de situatie.
Wat mensen doen in hun leven – zelfs de dingen die ze niet fijn vinden – is in feite wat ze gekozen hebben.
Ook al doe je het niet graag, door het vervangen van ‘ik moet’ door ‘ik wil’ transformeer je de situatie van een last in iets waar je meer naar uitkijkt.
Wat is iets dat jij ‘moet’ doen, en je vanaf nu ‘wil’ doen?
3. Zeg ‘ik wil niet’ in plaats van ‘ik kan niet’
Wanneer je tegen iets zegt ‘ik kan niet’, is dat maar zelden het geval. ‘Ik kan niet zwemmen’ impliceert hulpeloosheid. Terwijl bijna elk menselijk wezen het kan leren.
‘Ik wil niet’ impliceert een vrije wil en keuze. ‘Ik wil niet zwemmen’ doet je realiseren dat het feit dat je niet in staat bent om te zwemmen een keuze is, en geen fysieke onmogelijkheid.
Wat is iets dat jij niet wil en waarvoor je vanaf nu ook eerlijk uitkomt?
Als coach help ik jou om met meer zelfvertrouwen het beste uit jezelf te halen, en je volledige potentieel als volwassene te bereiken. Want het leven is te kort om niét te gaan voor het leven dat je wil en dat je verdient!
Inzichten en tips deel ik graag met jou in een wekelijkse mail.
Schrijf je daarom nu in via deze link:
Lees verder:
Overwin jouw zelftwijfel met deze 2 simpele woorden
7 tips om een betere communicator te worden
Hoe doorbreek je een negatief patroon?
P.S. Deel dit artikel door op de Facebook, LinkedIn en Twitter-knoppen te klikken, zo kunnen jouw vrienden en kennissen óók van deze inzichten profiteren.
Wat betreft het derde punt heb ik toch een bedenking. Het kan best zijn dat we bepaalde dingen niet “willen” maar wel “kunnen”. Maar er zijn toch grenzen. Ik zou een gouden medaille willen op de Spelen in Rio en in één of andere discipline op het hoogste schavotje staan. Maar ik kan het niet… Ik wil premier worden van dit land en dingen echt veranderen. Maar ik kan het niet… En zo zijn er nog tal van voorbeelden. Niet negatief bedoeld natuurlijk, maar wel een pleidooi voor realisme en… zelfkennis !! Er zijn al voorbeelden genoeg van hoogmoed (denken alles te kunnen) die voor de val komt…
LikeLike
Dankjewel voor deze nuancering, Harry. Het gaat inderdaad om die dingen waarvan mensen zeggen ‘ik kan het niet’ en daardoor zichzelf belemmeren. Terwijl ze die dingen – als ze dat zouden willen – eigenlijk wel zouden kunnen. Zoals in het voorbeeld van zwemmen.
Uiteraard zijn er soms fysieke/juridische/… beperkingen om rekening mee te houden. Terecht dat je ook op de noodzaak van realisme wijst.
LikeLike